Als ik iets moet benoemen; ik ben een beetje bang voor wespen. Als de tijd eraan komt, ben ik extra alert op deze prikbeest(jes). De omgeving kan zeggen: ‘Zit stil dan doen ze niets’. Helaas geloof ik daar niet in en ren ik het liefst als een klein kind snel weg.
Ik heb het niet zo op honden en katten. Mijn kinderen en vrouw lobbyen hard om daar verandering in te brengen. Ik kan ze tot nu toe met een oneliner afhouden: ‘My favourite dog is a hotdog. My favorite cat a Kit-Kat’.
Een lange vliegreis naar Indonesië hielp me van mijn vliegangst af. Je kan nu eenmaal niet dertien uur zenuwachtig zijn, bedacht ik mij. Maar is er één ding waar ik niet aan moet denken: het verlies van mijn naasten.
Een verhaal houden voor een grote groep vind ik prima. Maar ik sta niet graag op congrespodia met paneldiscussies waar ik de mensen niet ken, en die mij dan kritische vragen stellen waarop ik het antwoord niet weet.
Bungeejumpen. Ik wil niet op hoop van zegen heel hard naar beneden vliegen aan een touw, met het risico op straat te kwakken of in de Zambezi rivier tussen de krokodillen. En vreselijke attracties op de kermis, waarbij je maag richting keel gaat.
Sinds mijn herstel van een stresssyndroom ben ik nergens meer bang voor. Is niet helemaal waar natuurlijk, want angst geeft aan niet te vaak over je grenzen te gaan. Vroeger was ik bang om op de randen van stoeptegels staan.
Mijn schooltandarts was een beul. Lees in Diagonaal meer over mijn voormalige tandartsangst.
Ik ben bang voor de dag dat ik niet meer kan sporten. Want ik word echt chagrijnig als ik niet in beweging ben. Drie tot vier keer per week ben ik in de sportschool te vinden.
Mijn grootste angst is natuurlijk dat mijn kinderen iets overkomt. Ik ben niet ‘over-protective’, hoor. Maar als ik zo’n verhaal hoor over zo’n enge atletiektrainer bij ons in de wijk… Dan lopen de rillingen over m’n rug.
Oh ja, we hadden een heel enge (vond ik) bovenbuurman die tampons op z’n jas gespeld had en van alles uit z’n huis in onze tuin gooide. En hij stuurde dreigbrieven naar m’n moeder.
Ik heb geen angsten, maar ik ken wel iemand die al hoogtevrees heeft als ze op een badmatje stapt. Het rare is dat ze wel een vliegtuigje durft te besturen. Toen ik achter haar aan boord zat en zij een bocht ging maken, moest ik wel eventjes slikken.
Wereldoorlog. Met al die gekkies aan de macht wordt het gevaar steeds groter. Als kind van 8 schreef ik een brief naar de koningin: ‘Wilt u zorgen dat er nooit meer oorlog komt?’ Nooit antwoord op gehad.
Gedurende de tijdelijke huisvesting van VWS naar De Hoftoren bleek ik heel veel last van hoogtevrees te hebben. Na drie therapiesessies, aangeboden door het departement, kon ik mij naar de 26e etage begeven zonder Vertigo-gevoelens.
Op een goede dag kreeg ik tijdens het racefietsen een niet te controleren angstgevoel. Een bizar simpele oefening van een coach resette mijn geest. Met een sprong van een duiktoren in mijn grijze massa en een harde schreeuw nam ik afscheid van het trillen en hartkloppingen.
Ik ben uiterst voorzichtig met honden in het algemeen, maar echt bang voor een Staffordshire-bulterriër. Als ik zo’n beest tegenkom, loop ik altijd een straatje om.
Ik ben bang voor afgronden, en wat daarin dit jaar allemaal kan verdwijnen (het Verenigd Koninkrijk uit Fawlty Towers, Europese samenwerking gebaseerd op redelijkheid, de Verenigde Staten uit het Obama-tijdperk).
Spinnen. Als ik alleen thuis ben, moet echt iemand anders komen om de spin weg te halen. Maar ik ben ook bang voor overvolle liften in het VWS-gebouw. Ik ga echt gillen als de lift zou blijven hangen of collega’s gaan springen in de volle lift.
Na wekenlang zwanger in het ziekenhuis liggen werd ik steeds benauwder van het idee dat ik geen verse lucht binnen kreeg. Uiteindelijk zat ik in winterjas en pantoffels in de rolstoel bij de ingang van het ziekenhuis. De rokers onder de luifel heb ik lief aangekeken en gevraagd even verderop te gaan staan.
Als ik in de buurt van paarden komt, breekt het angstzweet me uit. In mijn tienerjaren had ik één keer paardrijles. We moesten meteen in galop, ik raakte uit de stijgbeugels en heb twee ronden in innige omhelzing met de hals van het paard doorgebracht. Als ik nu in de buurt van een paard kom, voel ik dat hij voelt dat ik ontzettend bang ben.
Ik ben bang voor ganzen. Ze zijn mij te onbetrouwbaar en brutaal. Een aantal jaar geleden ben ik tijdens het hardlopen in het donker tegen een gans op gelopen bij het Malieveld. Ik ben nog nooit zo snel naar huis gerend.